Van wie is de brief?

24-12-2011 17:49

Deel 1 van van  wie is de brief.

`Mischa! Er is post voor je!´ met een slaperig hoofd komt Mischa onder haar dekbed vandaan. ´wat?’ ‘pohost!’ zeurt haar broertje Milan. Hij drukt een gelige enveloppe in Mischa’s hand. ‘ aan Judith de Graaf. Julianalaan 90, Hoverveen.’ leest Mischa op. ‘vast verkeerd bezorgt.’ zegt Milan met een vastbesloten gezicht. ‘nee, want wij wonen op Julianalaan 90 in Hoverveen.’ hakkelt Mischa. Ze word er zenuwachtig van. Zou ze misschien dan toch stiekem ergens een zusje hebben? Een zusje dat Judith heet? Ze wil zo graag een zusje! O nee. Judith de Graaf. Dat kan niet eens, want zij heet niet de Graaf met haar achternaam. Mischa zucht. ‘Wat is er?’ vraagt Milan bot. ‘niks. Ga maar naar beneden, cornflakes eten ofzo.’ zegt Mischa snel. Milan knikt, steekt zijn tong uit en rent de gang op. Zodra hij uit haar kamer is richt Mischa haar aandacht weer op de brief. Wie is de afzender? Ze draait de enveloppe om. Nergens staat een afzender. Dan moet ze hem toch echt openmaken. Maar kan dat wel? Straks is het een brief van haar buurmeisje, dat de afzender per ongeluk Mischa’s adres er heeft opgezet. Nee, dat kan eigenlijk ook niet. Het buurmeisje heet Hanna, en niet Judith. Mischa, maak nou open! zeurt een stemmetje in haar hoofd. Oké dan, denkt Mischa. Voorzichtig haalt ze het gelige plakkertje van de enveloppe af en maakt ze hem open. Een vergeelt briefje met een paar koffievlekken erop komt tevoorschijn. Mischa’s ogen glijden over de korte regeltjes tekst die op het briefje zijn gekrabbelt: “Grijzeweg 5, zondag 27 augustus 1961.

Judith, ik hou het niet langer meer uit. Het is onmogelijk om zo te kunnen leven. Help! Het gaat hier nu echt helemaal mis! Kom alsjeblieft snel! Ik en de anderen hebben je nodig!

Frederike”                                                          

Geschrokken staart Mischa naar de regeltjes. Wie is Judith? Wie is Frederike? Waarvoor hebben ze elkaar nodig? Wat is er gebeurt op Grijzeweg 5 op zondag 27 augustus 1961? Al die vragen tollen door Mischa’s hoofd. Wat nu? Wat moet ik doen? Langzaam legt Mischa de brief onderop de lade onder haar bed. Een stapel truien legt ze erop. Ze moet de brief bewaren, dat is het beste. Terwijl Mischa de eikenhouten lade dichtschuift, voelt ze de spanning door haar lijf gieren. ‘aah!’een klein geschrokken gilletje piept uit Mischa’s keel als iemand een hand op haar schouder legt. ‘schrok je van me?’ met een glimlach aait Mischa’s vader met een hand over haar hoofd. ‘we gaan ontbijten.’ legt hij uit. Mischa knikt wezenloos: ‘Ik kom.’

 

Word vervolgt..