Van wie is de brief?
Deel 2 van dit spannende mysterieuze verhaal!
‘Dus dat stond er op die brief?’ Mischa’s beste vriendin Zoë kijkt Mischa ademloos aan. ‘jeetje, wat spannend zeg. Net als op tv.’ zegt Zoë blij. ‘ja, heel leuk, maar ik vind het eerder eng.’ rilt Mischa. ‘eng? Wat is dat nou voor iets doms? Wij doen toch niet aan bang zijn?’ roept Zoë uit. ‘Zoë, doe niet zo stom. We weten niet wat er gebeurt is en dus moeten we het laten rusten, oké.’ snauwt Mischa. ‘Mies, doe niet zo flauw! En niet zo boos! Geef hier!’ en met een kwaad gezicht pakt Zoë de brief van Mischa af. ‘Geef terug!’ gilt Mischa. ‘Nee! Kom maar halen!’ Zoë rent weg, met de brief. ‘kom terug, Zoë!’ roept Mischa boos, en ze rent achter haar vriendin aan. ‘Je krijgt me toch nooit te pakken, sloom kindje! Moet je naar je mama?’ plaagt Zoë, terwijl ze hard over het schoolplein rent. “Zoë, doe niet zo gemeen! Geef mijn brief terug!’ schreeuwt Mischa, en ze pakt Zoë hard vast bij haar pols. ‘laat me los!’ gromt Zoë. ‘nee. Geef eerst die brief terug.’ Zoë aarzelt, ziet Mischa. ‘als jij mijn pols loslaat. Eerst.’ zegt Zoë vastbesloten. Mischa knikt, en laat snel Zoë’s pols los. ‘Dankjewel, dommerd!’ roept Zoë, en ze rent een stuk naar achter. Dat had ze kunnen weten. Mischa zucht. Dat was wel een beetje dom van haar. ‘Pas als je belooft dat je dit spannende raadsel oplost krijg je je brief terug.’ beslist Zoë. Zoë’s blik is vastberaden. Mischa knikt. Ze heeft tenslotte geen keus. Als Zoë iets wil, zal het gebeuren ook. En anders gilt ze de hele boel bij elkaar. ‘Ik doe mee.’ ‘Yes! Ik wist het. Jij bent ook zo makkelijk om te praten!’ lacht Zoë, en ze pakt Mischa’s hand. ‘Kom snel, we komen te laat op school!’
‘willen de dames iets drinken?’ De moeder van Zoë pakt twee glazen en zet ze neer naast de koelkast. ‘ja, cola voor mij, mam.’ zegt Zoë. ‘En jij, Mischa?’ vraagt Zoë aan Mischa terwijl ze haar schooltas in de gang dumpt. ‘Jus d’orange, alstublieft.’ zegt Mischa beleefd. Zoë giechelt. ‘het is mijn moeder maar, hoor.’ grinnikt ze. ‘ja, maar,’ begint Mischa. ‘Je moet altijd beleefd zijn, bla, bla, bla.. ik weet het!’ onderbreekt Zoë Mischa snel, en ze trekt haar vriendin de trap op. ‘we komen straks drinken, ma!’ gilt ze naar haar moeder. Mischa lacht. Typisch Zoë.
‘Er staat een adres bij, daar moeten we gaan kijken!’ roept Zoë uit. ´is dat wel verstandig?’ mompelt Mischa. ‘Mies, doe niet zo saai! Dan gebeurt er is wat spannends in Hoverveen, dan moet je er ook van profiteren.’ zegt Zoë vastberaden. ‘Profi-watte?’ vraagt Mischa. ‘als je maar niet denkt dat je me kan afleiden. We moeten uitzoeken of er ooit een Frederike op Grijzeweg 5 heeft gewoond.’ ‘Hoe wil je dat in hemelsnaam gaan uitzoeken!’ roept Mischa uit. ‘Google Maps.’ zegt Zoë triomfantelijk. Ze tikt Grijzeweg 5, Hoverveen in. ‘Ja! Het is vlakbij bakker Janssen. Misschien weet hij het wel.’ Mischa zucht. Ze voelt zich erg raar. Aan de ene kant, wil ze het graag oplossen, maar aan de andere kant, vind ze het maar eng. Het is ook eng. Zomaar een brief ontvangen, van een meisje dat vijftig jaar geleden heeft geleefd. Nou ja, misschien leeft ze nog wel. Maar het is ook heel erg spannend. ‘Mischa, dagdromer! Iemand thuis? Zoë aan Mischa, iemand thuis?’ Zoë zwaait lachend met haar hand voor Mischa’s gezicht. ‘Op naar bakker Janssen.’ besluit Mischa, en kijkt Zoë indringend aan. Mischa moet en zal dit, hoe dan ook, oplossen.